Het federaal regeerakkoord mikt tegen 2030 op een werkzaamheidsgraad van 80 procent. De echte crux van deze uitdaging ligt bij het activeren van mensen die vandaag niet meer beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt. De huidige plannen van de Vivaldi-regering beloven echter weinig goeds. Zelfs de plannen van minister Vandenbroucke rond het activeren van de half miljoen langdurig zieken in ons land blijken opnieuw een lege doos. Ze treden ook pas in actie na drie maanden afwezigheid. Terwijl experten het erover eens zijn dat er best vanaf dag één een dialoog tussen werknemer, arts en werkgever ontstaat. Na drie maanden loslaten is voor velen de stap te groot.

De ene zieke is de andere niet. Waar bepaalde diagnoses spijtig genoeg de stap naar werk in zijn geheel onmogelijk maken, zijn er andere waarbij een al dan niet stapsgewijze terugkeer net tegemoet komt aan de nood en wensen van diegene die ziek is. Dat is zo bij langdurig zieken, maar evengoed in de fase voordien bij het gewone ziekte-attest.

Focussen op wat mensen wél nog kunnen

Hoewel het niet steeds verplicht is, laat een werknemer wanneer hij ziek wordt dat meestal via een ziektebriefje weten aan zijn werkgever, na een consultatie van de huisarts. Dat attest leidt vandaag tot een nogal binaire keuze: ofwel is men ziek en blijft men volledig thuis, ofwel is men niet meer ziek en hervat men het werk volledig. Zo wordt het attest trouwens ook door de werknemers zelf geïnterpreteerd. Uit onderzoek blijkt dat 75 procent van de werknemers de voorgeschreven periode van ziekteverlof blindelings volgt, ook als ze zich al lang niet meer ziek voelen. Ze lopen vast in het systeem.

Volledig thuisblijven niet altijd beste optie

Bovendien staan werkgevers wel eens weigerachtig tegenover het tewerkstellen van een werknemer van wie het ziekte-attest nog een ziekteverlof voorschrijft. “Nochtans is het volledig thuisblijven voor sommige ziekten noch voor de werkgever, noch voor de werknemer de beste optie”, zegt Van Peel.

“Iemand met een besmettelijke virusinfectie kan misschien niet meer elke dag naar kantoor komen, maar kan wel nog bepaalde taken via telewerk uitvoeren. Hetzelfde voor iemand met rugklachten. Hij kan misschien geen zware gewichten meer tillen, maar kan mogelijks worden ingezet voor lichter werk. Uiteraard is volledig thuisblijven voor sommige zieken, zoals bijvoorbeeld iemand met de buikgriep, de meest wenselijke keuze.”

Voordelen voor werknemer en werkgever

“Lang thuisblijven leidt tot een gevoel van verminderde betrokkenheid bij het werk en tot een negatieve perceptie over het eigen kunnen en over de eigen bijdrage aan de gemeenschap. Voorts heeft thuisblijven natuurlijk een negatieve impact op het inkomen van de werknemer”, zegt Van Peel. “Ook voor de werkgever is het vaak geen goede zaak dat zijn werknemer volledig thuisblijft: hij zal immers moeten investeren in een gewaarborgd loon voor een werknemer die inactief is en eventueel ook in het zoeken van een vervanger en zijn eventuele opleiding.”

Informeren en motiveren

Het geschiktheidsattest werkt informerend en motiverend. “De werknemer wordt geïnformeerd via de huisarts over de manieren waarop zijn ziekte combineerbaar is met tewerkstelling. Bovendien worden zowel de werkgever als werknemers aangespoord om te reflecteren over de tewerkstellingsmogelijkheden. Het kan de werkgever er ook toe aanzetten om aangepast of ander werk voor zijn zieke werknemer te overwegen”, zegt Van Peel. “Op deze manier hopen we een vlottere hertewerkstelling van zieke werknemers mogelijk te maken, in het voordeel van zowel de werknemer als de werkgever.”

Groen stemt idee waarmee het eens is weg

Om de perverse effecten van het huidige ziektebriefje te vermijden, diende Van Peel een wetsvoorstel in om het ziekte-attest om te vormen tot een geschiktheidsattest. Hierop kan de huisarts, volledig vrijblijvend en in overeenstemming met de zieke werknemer, aangeven wat de patiënt wél nog kan doen tijdens de periode van ziekte. Experten zijn unaniem: het geschiktheidsattest lijkt een kleine ingreep, maar het kan zieke werknemers helpen om wedertewerkstelling bij hun werkgever bespreekbaar te maken. Dat zien we ook in het Verenigd Koninkrijk, waar al langer een geschiktheidsattest bestaat. Daar geeft 67 procent van de werknemers die een geschiktheidsattest ontvingen aan dat dit attest hen geholpen heeft naar de (her)toeleiding naar een job. Een geschiktheidsattest kan bovendien vermijden dat personen in langdurige ziekte terecht komen.

Er bestaat ook een draagvlak voor het idee, weet Van Peel. “Werkgeversorganisaties en huisartsen hebben al laten weten dat ze wel iets zien in een geschiktheidsattest. En ook sommige meerderheidspartijen zoals Groen steunden in het verleden publiekelijk het uitgangspunt van ons wetsvoorstel. Toch bleef het stil toen we de andere partijen in de commissie sociale zaken vroegen om op basis van ons voorstel een compromis uit te werken, en eventueel hierrond een werkgroep op te richten. Meer nog. Het voorstel werd prompt en zonder debat weggestemd. Ondertussen komen steeds meer mensen in de langdurige ziekte terecht, en worden er geen initiatieven genomen om dit op voorhand te vermijden. De houding van deze meerderheidsregering is allesbehalve sociaal. Waar wachten we nog op?”, besluit Van Peel.

Onderwerpen