Al 3.652 erkende slachtoffers

Pas in 1998 werden het gebruik en het op de markt brengen van asbesthoudende producten verboden. Sommige asbestziekten kunnen dertig tot zelfs veertig jaar na blootstelling optreden, daarom wordt verwacht dat de piek in het aantal asbestslachtoffers zal aanhouden tot 2025. In 2007 werd het Asbestfonds opgericht dat vergoedingen uitkeert aan alle slachtoffers van asbestgerelateerde gezondheidsschade. Die vergoeding geldt zowel voor slachtoffers als nabestaanden.

Ondertussen werden al 3.652 personen erkend als asbestslachtoffer. Kamerlid Van Peel zocht en vond in 2019 een Kamerbrede meerderheid ter verbetering van het asbestfonds. Daardoor kunnen ook slachtoffers van long- en strottenhoofdkanker een erkenning krijgen van het fonds. Uit de opgevraagde cijfers blijkt dat er in 2020 75 aanvragen voor deze financiële ondersteuning werden goedgekeurd en 58 aanvragen werden verworpen. Dankzij de nieuwe wet kregen bovendien 292 mesothelioomslachtoffers een eenmalige toelage van 10.000 euro. Uit de opgevraagde cijfers blijkt nog dat 70 nabestaanden een vergoeding van 1.000 euro ontvingen voor de begrafeniskosten.

Verjaringstermijn vanaf gezondheidsschade kenbaar wordt

Tot 2019 gold er bovendien een ‘absolute’ verjaringstermijn van 20 jaar. Nochtans bedraagt de tijd tussen de blootstelling aan asbest en het optreden van de effecten tussen de tien en veertig jaar. Een vordering tot vergoeding van lichamelijke schade op basis van asbest kon dus al verjaard zijn nog vooraleer ze kon worden ingesteld. Door de Kamerbrede meerderheid van Valerie Van Peel bedraagt de verjaringstermijn momenteel vijf jaar vanaf het ogenblik dat het letsel kenbaar wordt bij het slachtoffer. Indien de benadeelde op dat ogenblik minderjarig was, begint de termijn pas te lopen de dag nadat hij meerderjarig is geworden.

Asbestsector blijft buiten schot

De oprichting van het asbestfonds was een eerste stap in de juiste richting. Zo konden, zonder omslachtige juridische procedure, zowel rechtstreekse als onrechtstreekse slachtoffers van asbest een vergoeding ontvangen. Sinds de wet van 2019 komen eindelijk ook long- en strottenhoofdkanker in aanmerking, een belangrijke tweede stap.

Maar we zijn er nog lang niet, zegt Kamerlid Van Peel. “De wet kent nog heel wat lacunes. Zo dienen alle werkgevers bij te dragen aan de regeling alsof het zou gaan om een socialezekerheidsbijdrage. Met andere woorden: er wordt nog steeds geen selectie gemaakt van de werkgevers die door hun specifieke activiteiten het risico op asbestschade hebben verhoogd. Deze regeling is zonder meer bijzonder gunstig voor voormalige asbestbedrijven en hun aansprakelijkheidsverzekeraar. Het AFA – via betalingen van een algemene bijdrage aan het asbestfonds – beschermt de asbestsector daarnaast ook nog tegen aanspraken van derden. Zo blijft de asbestsector buiten schot.”

De vervuiler betaalt….niet

Het is positief dat de schadeloosstelling van asbestslachtoffers en nabestaanden erop vooruit gaat, maar er is meer nodig, vindt Valerie Van Peel. Om te kunnen bepalen welke aandoeningen in de toekomst in aanmerking kunnen komen, blijft een regelmatige en grondige evaluatie door de Wetenschappelijke Raad van het Fonds voor beroepsziekten, op basis van de meest recente wetenschappelijk onderzoeksresultaten, noodzakelijk. “Bovendien wordt het tijd dat we het principe van ‘de vervuiler betaalt’ hanteren en de immuniteit van de asbestsector – die het AFA voorziet – opheffen. Mijn wetsvoorstel dateert ondertussen al van 2016 en beoogt naast deze opheffing en een financiële vergoeding, ook een morele schadevergoeding”, besluit Van Peel.