Binnen OCMW’s bestaat al lange tijd een spanningsveld tussen het beroepsgeheim en het uitwisselen van relevante informatie bij strafzaken, sociale of domiciliefraude, en dat niet alleen op eigen initiatief maar ook op vraag van politie- of veiligheidsdiensten. “Vanzelfsprekend is dat beroepsgeheim van immens belang om de vertrouwensband tussen de cliënt en de maatschappelijke assistent te kunnen waarborgen. Aan dat basisprincipe willen we niet tornen”, verklaart Van Peel. “Maar als een OCMW beschikt over informatie die de openbare veiligheid in gevaar kan brengen of manifeste sociale fraude kan blootleggen, moet toch bekeken worden op welke manier het die informatie kan delen.”

Spanningsveld

In het Antwerpse heeft het arbeidsauditoraat alvast een samenwerkingsprotocol voorgelegd aan de OCMW’s om deels aan die problematiek tegemoet te komen. Maar beter nog komen er algemene richtlijnen van de bevoegde minister Willy Borsus (MR). “Die zouden er niet alleen voor zorgen dat OCMW’s niet langer elk apart moeten blijven worstelen met dit spanningsveld tussen meldingsplicht en beroepsgeheim, maar ook dat we OCMW’s die manifest weigeren mee te werken daarop kunnen aanspreken”, besluit Van Peel.